Vertaling van nababbelen
Inhoud:
Nederlands
Engels
nababbelen, nakaarten, napraten {ww.}
to hash out
to talk over
to discuss
to talk over
to discuss
ik zal nababbelen
jij zult nababbelen
hij/zij/het zal nababbelen
I will discuss
you will discuss
he/she/it will discuss
» meer vervoegingen van to discuss