Vertaling van nader

Inhoud:

Nederlands
Engels
nader {bn.}
further 
nader {bw.}
more precisely
nader, dichterbij {bn.}
nearer 
closer 
nader {bn.}
near
aanpakken, gaan naar, genaken, naderen, benaderen {ww.}
to come 
to accost 
to approach 
to come on
to advance 

ik nader

I come
» meer vervoegingen van to come

We gaan naar de film. Kom gezellig mee.
We're going to the movies. Come with us.
bijschuiven, naderen {ww.}
to come on
to advance 

ik nader

I advance
» meer vervoegingen van to advance

in aantocht zijn, naderen {ww.}
to near 
to approach 
to converge
to come on
to come closer
to come close
to advance 

ik nader

I near
» meer vervoegingen van to near

dichtbijkomen, naderbijkomen, naderen {ww.}
to come closer
to approach 

ik nader

I approach
» meer vervoegingen van to approach

naderbij komen, naderen, nader treden, nabijkomen {ww.}
to come on
to come closer
to approach 
to come close
to advance 

ik nader

I approach
» meer vervoegingen van to approach