Vertaling van nadragen
Inhoud:
Nederlands
Engels
verwijten, aanrekenen, aantijgen, imputeren, inwrijven, nadragen, aanwrijven {ww.}
to upbraid
to reproach
to reproach
ik zal nadragen
jij zult nadragen
hij/zij/het zal nadragen
I will upbraid
you will upbraid
he/she/it will upbraid
» meer vervoegingen van to upbraid