Vertaling van nar

Inhoud:

Nederlands
Engels
nar {zn.}
freak
fool 
clown [m], grappenmaker, nar {zn.}
clown 
De clown trok een grappig gezicht.
The clown made a funny face.
hansworst, nar, potsenmaker {zn.}
jester
fool 
nar [m] (de ~) {zn.}
jester
motley fool
fool
hofnar [m] (de ~), nar {zn.}
jester
motley fool
fool
dwaas [m] (de ~), achterlijke, gek [m] (de ~), halvezool, idioot [m] (de ~), imbeciel [m] (de ~), kwibus [m] (de ~), lijp [m] (de ~), lijpo [m] (de ~), mafkees [m] (de ~), mafketel, mafkikker, malloot [m] (de ~), nar, piechem, zot [m] (de ~), druif [m] (de ~), debiel [m] (de ~) {zn.}
fool
tomfool
saphead
sap
muggins
Ik ben zo'n dwaas.
I'm such a fool.
Hij is niet gek.
He is no fool.
treiteren, mienen, narren, sarren, tergen, zuigen {ww.}
to tease
to twit
to tantalize
to taunt
to ride
to tantalise
to razz
to rally
to rag
to cod
to bait

ik nar

I tease
» meer vervoegingen van to tease



Gerelateerd aan nar

clown - grappenmaker - hansworst - potsenmaker - hofnar - dwaas - achterlijke - gek - halvezool - idioot - imbeciel - kwibus - lijp - lijpo - mafkeesclown - persoon - jennen