Vertaling van neef

Inhoud:

Nederlands
Engels
neef [m], oomzegger [m] {zn.}
nephew 
neef [m], kozijn [m] {zn.}
cousin 
Ik heb 1000 yen geleend van mijn kozijn.
I borrowed 1,000 yen from my cousin.
Hij ging weg om bij zijn kozijn te blijven.
He went to stay with his cousin.
neef [m] (de ~) {zn.}
cousin
full cousin
first cousin
cousin-german
Mijn neef is iets ouder dan ik.
My cousin is a little older than I am.
John is niet mijn broer maar mijn neef.
John is not my brother, but my cousin.
neef [m] (de ~), oomzegger [m] (de ~) {zn.}
nephew


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Mijn neef is iets ouder dan ik.

My cousin is a little older than I am.

John is niet mijn broer maar mijn neef.

John is not my brother, but my cousin.


Gerelateerd aan neef

oomzegger - kozijnjongen