Vertaling van net
Voorbeelden in zinsverband
Hij repareerde het net.
He fixed the net.
Hij is net teruggekomen.
He has just come back.
Hij is net gegaan.
He left just now.
Paul heeft net gebeld.
Paul telephoned just now.
Ik ben net opgestaan.
I just got up.
Ze is net vertrokken.
She just left.
Razvan is net vertrokken.
Razvan just left.
Ik ben net overvallen geweest.
I've just been mugged.
Je lijkt net op hem.
You look just like him.
Ze is net twintig geworden.
She has just turned twenty.
Ik ben net terug uit school.
I have just come back from school.
Ik ben net zo sterk als jij.
I am as strong as you.
Het is hier nog net als vroeger.
It's still just as before here.
Die bofkont heeft net de loterij gewonnen.
The lucky sod just won the lottery.
Ik heb het boek net uitgelezen.
I have just finished reading the book.