Vertaling van nova

Inhoud:

Nederlands
Engels
nova {zn.}
nova
nieuwigheid [v] (de ~), haute-nouveauté, nouveauté [m] (de ~), noviteit [v] (de ~), snufje [o] (het ~), nieuwtje [o] (het ~), novum [o] (het ~) {zn.}
novelty
freshness


Gerelateerd aan nova

nieuwigheid - haute-nouveauté - nouveauté - noviteit - snufje - nieuwtje - novumster - iets