Vertaling van nuttig

Inhoud:

Nederlands

Engels

bevorderlijk, dienstig, nuttig {bn.}

advantageous
useful

nuttig, dienstbaar, dienstig, nut {bn.}

handy
ready to hand

bikken, gebruiken, eten, vreten, nuttigen {ww.}

to eat
to feed

ik nuttig

Mensen eten geen mensen.

Man doesn't eat man.

Ik zal hier eten.

I'll eat here.

nuttigen, ontfermen, nemen, gebruiken, consumeren {ww.}

to take
to have
to take in
to ingest
to consume

ik nuttig

Ik moet medicijnen gebruiken.

I have to take medicine.

Of moet je de bus nemen?

Or do you have to take the bus?

Nederlands

Engels

Engels spreken is nuttig.

Speaking English is useful.

Het kan nuttig zijn.

It might prove useful.

Persoonlijke computers zijn heel nuttig.

Personal computers are very useful.

Deze boeken zijn niet allemaal nuttig.

Not all of those books are useful.

Dit woordenboek is net zo nuttig als het jouwe.

This dictionary is as useful as yours.