Vertaling van nuttigen
Inhoud:
Nederlands
Engels
nuttigen, ontfermen, nemen, gebruiken, consumeren {ww.}
to take
to have
to take in
to ingest
to consume
to have
to take in
to ingest
to consume
wij nuttigen
jullie nuttigen
zij nuttigen
we take
you take
they take
» meer vervoegingen van to take
Ik moet medicijnen gebruiken.
I have to take medicine.
Of moet je de bus nemen?
Or do you have to take the bus?
wij nuttigen
jullie nuttigen
zij nuttigen
we eat
you eat
they eat
» meer vervoegingen van to eat
Mensen eten geen mensen.
Man doesn't eat man.
Ik zal hier eten.
I'll eat here.