Vertaling van omgaan met
ik zal omgaan
jij zult omgaan
hij/zij/het zal omgaan
I will circle
you will circle
he/she/it will circle
» meer vervoegingen van to circle
to treat
to do by
ik zal omgaan
jij zult omgaan
hij/zij/het zal omgaan
I will handle
you will handle
he/she/it will handle
» meer vervoegingen van to handle
ik zal omgaan
to utilise
to employ
to use
to apply
ik zal omgaan
jij zult omgaan
hij/zij/het zal omgaan
I will utilize
you will utilize
he/she/it will utilize
» meer vervoegingen van to utilize
to fall over
to slip by
to slip away
to slide by
to lapse
to go by
to go along
to glide by
to elapse
ik zal omgaan
jij zult omgaan
hij/zij/het zal omgaan
I will pass
you will pass
he/she/it will pass
» meer vervoegingen van to pass
to take place
to pass off
to pass
to occur
to hap
to go on
to fall out
to come about
ik zal omgaan
jij zult omgaan
hij/zij/het zal omgaan
I will happen
you will happen
he/she/it will happen
» meer vervoegingen van to happen
Voorbeelden in zinsverband
Ze kon niet omgaan met de angst.
She could not cope with anxiety.
Kun jij omgaan met de manier waarop hij zich gedraagt?
Can you put up with the way he behaves?
We moeten allemaal leren omgaan met deze situatie.
We all need to learn to deal with this situation.