Vertaling van omstreek
Inhoud:
Nederlands
Engels
omgeving , buurt , contreie, contreien , omstreek, omstreken , omtrek , kader , nabijheid , milieu {zn.}
neighborhood
neighbourhood
vicinity
neck of the woods
locality
neighbourhood
vicinity
neck of the woods
locality
Hij kwam in mijn buurt wonen.
He moved into my neighborhood.
Ik groeide op in deze buurt.
I grew up in this neighborhood.