Vertaling van onenigheid
Inhoud:
Nederlands
Engels
meningsverschil , controverse , geschil , onenigheid , ruptuur, strubbeling, strubbelingen, woordenstrijd , woordenwisseling , verdeling {zn.}
disagreement
ruzie , bonje , disharmonie , herrie , kif, kift , onaangenaamheden, onaangenaamheid, onenigheid, onmin , stront, trammelant , twist , kwestie, mot , onvrede , heibel {zn.}
tilt
disceptation
disputation
controversy
contestation
contention
argument
arguing
disceptation
disputation
controversy
contestation
contention
argument
arguing