Vertaling van ongepast
Inhoud:
Nederlands
Engels
ongepast, indecent, onvoeglijk, onvoegzaam, onbetamelijk, stijlloos, incorrect {bn.}
unbefitting
ongewenst, onbegeerd, ongepast, ongevallig, onwelgevallig, onwelkom, onwenselijk {bn.}
graceless
unpleasing
unpleasing