Vertaling van ongeregeld
Inhoud:
Nederlands
Engels
wanordelijk, chaotisch, ongecoördineerd, warrig, ongeorganiseerd, onordelijk, ordeloos, rommelig, ongeregeld, verward {bn.}
ungraded
unordered
unranked
unordered
unranked
onregelmatig, atactisch, incidenteel, intercurrent, irregulier, ongelijk, ongeregeld {bn.}
atactic
ataxic
ataxic