Vertaling van onmogelijk
foul
nasty
Voorbeelden in zinsverband
Dit kan onmogelijk waar zijn.
This can't be true.
Ik kan je onmogelijk helpen.
It is impossible for me to help you.
Overwinning is onwaarschijnlijk, maar niet onmogelijk.
Victory is unlikely but not impossible.
Bah! Heeft hij dat echt gezegd? Onmogelijk!
No! Did he really say that? You can't be serious!
Het was onmogelijk zijn vragen te begrijpen.
It was impossible to understand his questions.
Het is onmogelijk dat ze zelfmoord gepleegd zou hebben.
It is impossible that she should have killed herself.
Het is onmogelijk op dat eiland te wonen.
It's impossible to live on that island.
Ik weet niet wat het woord 'onmogelijk' betekent.
I don't know what the word 'impossible' means.
Ik denk dat het onmogelijk is dat wij hem verslaan.
I think it's impossible for us to beat him.
De Bijbel is duidelijk een complex geschrift, dat onmogelijk door één auteur geschreven kan zijn.
The Bible is clearly a complex piece of writing, that impossibly could have been written by a single author.
Het is onmogelijk te zeggen wanneer de aarde precies ontstaan is.
There is no telling exactly when the earth was born.
Ze wisten niet dat het onmogelijk was, dus ze deden het.
They did not know it was impossible, so they did it.
Het is vrijwel onmogelijk om het verslag morgen af te hebben.
Finishing the report by tomorrow is next to impossible.
De sneeuw die gisteren is gevallen, is geen paksneeuw. Het is onmogelijk er sneeuwballen van te maken.
The snow that fell yesterday is no hard-packed snow. It's impossible to make snowballs out of it.
Het lijkt onmogelijk te zijn om een obsessieve neurose van een intense liefde te onderscheiden vanuit een biochemisch perspectief.
It seems that it's impossible to distinguish an obsessional neurosis from an intense love from a biochemical perspective.