Vertaling van onschuld
Inhoud:
Nederlands
Engels
onbedorvenheid , schuldeloosheid , onschuld {zn.}
innocence
Onschuld is een schone zaak.
Innocence is a beautiful thing.
Dit feit bewijst haar onschuld.
This fact proves her innocence.
argeloosheid , naïveteit, naïviteit , onbedorvenheid, onschuld {zn.}
innocence
naturalness
ingenuousness
artlessness
naturalness
ingenuousness
artlessness
schuldeloosheid, onschuld {zn.}
innocence
deugdzaamheid , eer , eerbaarheid , eerzaamheid, preutsheid, pudiciteit, reinheid , zedelijkheid, zedigheid, onschuld , kuisheid {zn.}
decency
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Onschuld is een schone zaak.
Innocence is a beautiful thing.
Dit feit bewijst haar onschuld.
This fact proves her innocence.
Eerst waren ze allemaal overtuigd van zijn onschuld.
At first, they were all convinced he was innocent.