Vertaling van onschuldig
Inhoud:
Nederlands
Engels
goedaardig, onschuldig {bn.}
benign
onschuldig, innocent, schuldeloos {bn.}
clean-handed
guiltless
innocent
guiltless
innocent
onbedorven, onbezoedeld, onschuldig, onverdorven, rein, schoon, zuiver, deugdzaam, eerbaar, eerzaam, zedig {bn.}
unblemished
unmarred
unmutilated
unmarred
unmutilated
onschadelijk, innocent, onschuldig {bn.}
innocent
innocuous
innocuous
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Ik denk dat hij onschuldig is.
I believe him to be innocent.
Ik denk dat hij onschuldig is.
I believe that he is innocent.
Ik dacht dat hij onschuldig was.
I thought that he was innocent.
Als hij onschuldig is, dan is zijn vrouw schuldig.
If he is innocent, then his wife is guilty.
Ik ben ervan overtuigd dat hij onschuldig is.
I am convinced that he is innocent.
Het wordt algemeen aangenomen dat hij onschuldig was.
It is generally believed that he was innocent.
Uit DNA-tests bleek dat hij onschuldig was.
DNA tests showed he was innocent.
Het nieuwsbericht beeldde de verdachtte als schuldig af, hoewel hij onschuldig bevonden was.
The news article painted the defendant as a guilty man, even though he had been proven innocent.