Vertaling van ontbijt
ik ontbijt
jij ontbijt
hij/zij/het ontbijt
I breakfast
you breakfast
he/she/it breakfasts
» meer vervoegingen van to breakfast
ik ontbijt
jij ontbijt
hij/zij/het ontbijt
I breakfast
you breakfast
he/she/it breakfasts
» meer vervoegingen van to breakfast
Voorbeelden in zinsverband
Het ontbijt is klaar.
Breakfast is ready.
Ik wil mijn ontbijt.
I want to have my breakfast.
Is het ontbijt klaar?
Is breakfast ready?
Ik eet elke ochtend ontbijt.
I have breakfast every morning.
Ik eet elke ochtend ontbijt.
I eat breakfast every morning.
Hoe laat ontbijt je gewoonlijk?
What time do you usually eat breakfast?
Ik ontbijt om zeven uur.
I have breakfast at seven.
We aten sandwichen als ontbijt.
We ate sandwiches for breakfast.
Mayuko eet brood voor het ontbijt.
Mayuko eats bread for breakfast.
Ik heb me voor het ontbijt gedoucht.
I showered before breakfast.
Wij maakten pannenkoeken voor het ontbijt.
We made pancakes for breakfast.
Heb je gewoonlijk thee voor het ontbijt?
Do you usually have tea for breakfast?
Ik poets mijn tanden na het ontbijt.
I brush my teeth after breakfast.
Wat wilt u voor het ontbijt?
What do you want for breakfast?
Brood en boter is mijn gewoon ontbijt.
Bread and butter are my usual breakfast.