Vertaling van onteren

Inhoud:

Nederlands
Engels
onteren, ontmaagden, ontwijden, schenden {ww.}
to deflower

wij onteren
jullie onteren
zij onteren

we deflower
you deflower
they deflower
» meer vervoegingen van to deflower

verkrachten, misbruiken, onteren {ww.}
to ravish
to violate
to rape
to outrage
to dishonour
to dishonor
to assault

wij onteren
jullie onteren
zij onteren

we ravish
you ravish
they ravish
» meer vervoegingen van to ravish

bevlekken, bezoedelen, onteren, schenden {ww.}
to shame
to dishonour
to disgrace
to dishonor
to attaint

wij onteren
jullie onteren
zij onteren

we disgrace
you disgrace
they disgrace
» meer vervoegingen van to disgrace



Gerelateerd aan onteren

ontmaagden - ontwijden - schenden - verkrachten - misbruiken - bevlekken - bezoedelenovermannen - benadelen