Vertaling van ontharden
Inhoud:
Nederlands
Engels
ontkalken, ontharden {ww.}
to decalcify
to descale
to descale
wij ontharden
jullie ontharden
zij ontharden
we decalcify
you decalcify
they decalcify
» meer vervoegingen van to decalcify
ontlaten, ontharden {ww.}
to unthaw
to unfreeze
to thaw
to melt
to dissolve
to dethaw
to unfreeze
to thaw
to melt
to dissolve
to dethaw
wij ontharden
jullie ontharden
zij ontharden
we unfreeze
you unfreeze
they unfreeze
» meer vervoegingen van to unfreeze