Vertaling van ontluiken
Inhoud:
Nederlands
Engels
ontluiken, ontspruiten, uitkomen {ww.}
to sprout
to bud
to bud
zij ontluiken
they bud
» meer vervoegingen van to bud
ontluiken, opbloeien {ww.}
to come into bloom
zij ontluiken
they originate
» meer vervoegingen van to originate
uitkomen, ontluiken {ww.}
to stock
to sprout
to sprout