Vertaling van onverwacht
Inhoud:
Nederlands
Engels
onverwacht {bw.}
duly
onverhoeds, onverwacht {bn.}
abrupt
surprise
unexpected
unlikely
surprise
unexpected
unlikely
onverwacht, abrupt, onverhoeds, onverhoopt, onvermoed, onvoorzien, onwaarschijnlijk, plots, plotseling, subiet, verrassend {bn.}
out of the blue
unanticipated
unforeseen
unlooked-for
unanticipated
unforeseen
unlooked-for
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Dat is nogal onverwacht.
That is rather unexpected.
Ik was blij met haar onverwacht bezoek.
I was happy for her unexpected visit.