Vertaling van onvrede
Inhoud:
Nederlands
Engels
ontevredenheid , mishagen, ongenoegen , onvrede {zn.}
displeasure
ruzie , bonje , disharmonie , herrie , kif, kift , onaangenaamheden, onaangenaamheid, onenigheid, onmin , stront, trammelant , twist , kwestie, mot , onvrede , heibel {zn.}
tilt
disceptation
disputation
controversy
contestation
contention
argument
arguing
disceptation
disputation
controversy
contestation
contention
argument
arguing