Vertaling van onwel

Inhoud:

Nederlands
Engels
onwel {bn.}
unwell
niet lekker, ongesteld, onwel, van streek, ziekelijk {bn.}
not well
upset 
niet lekker, onwel {bn.}
not well
unwell
indisposed
kwakkelig, minnetjes, onwel, ziekjes, gammel, katterig, ongesteld {bn.}
dreamy
lackadaisical
languid
languorous


Gerelateerd aan onwel

niet lekker - ongesteld - van streek - ziekelijk - kwakkelig - minnetjes - ziekjes - gammel - katterigziek