Vertaling van onwillig

Inhoud:

Nederlands
Engels
onwillig {bn.}
disobedient 
insubordinate
weerspannig, afkerig, dwars, dwarsdrijverig, dwarsliggerig, onwillig, opstandig, rebels, recalcitrant, refractair, refractoir, tegendraads, weigerachtig, balorig, weerbarstig {bn.}
disobliging
uncooperative