Vertaling van oogst

Inhoud:

Nederlands

Engels

oogst, opbrengst {zn.}

crop
harvest

oogst {zn.}

crop
harvest

oogst [m] (de ~) {zn.}

harvest home
harvesting
harvest

oogst [m] (de ~), gewas [o] (het ~) {zn.}

harvest
crop

oogst, rendement [o] (het ~), vrucht [m] (de ~), opbrengst [v] (de ~) {zn.}

profit
profits
net profit
net income
net
lucre
earnings

oogsten {ww.}

to harvest
to garner

ik oogst
jij oogst
hij/zij/het oogst

I harvest
you harvest
he/she/it harvests
» meer vervoegingen van to harvest

Wie wind zaait, zal storm oogsten.

Who seeds wind, shall harvest storm.

Jullie kennen de uitdrukking, dat we oogsten wat we zaaien. Ik heb de wind gezaaid en hier is mijn storm.

You know the phrase, we harvest, that which we sow. I have sown the wind and this is my storm.

collecteren, innen, inzamelen, oogsten, plukken, rapen, verzamelen {ww.}

to collect
to gather
to raise
to assemble
to pick up

ik oogst
jij oogst
hij/zij/het oogst

I collect
you collect
he/she/it collects
» meer vervoegingen van to collect

Je moet meer informatie verzamelen.

You must gather further information.

Ze probeerden hout te verzamelen in het bos.

They tried to collect wood from the forest.

oogsten {ww.}

to harvest
to reap
to glean

ik oogst
jij oogst
hij/zij/het oogst

I harvest
you harvest
he/she/it harvests
» meer vervoegingen van to harvest

Wat je zaait, zul je oogsten.

You must reap what you have sown.

oogsten {ww.}

to draw
to reap

ik oogst
jij oogst
hij/zij/het oogst

I draw
you draw
he/she/it draws
» meer vervoegingen van to draw