Vertaling van oorzaak
Inhoud:
Nederlands
Engels
Wat is de oorzaak?
What's the cause?
Wat is de reden?
What's the reason?
oorzaak {zn.}
cause
God is de oorzaak van alle dingen.
God is the cause of all things.
De oorzaak van de brand was bekend.
The cause of the fire was known.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Wat is de oorzaak?
What's the cause?
De oorzaak van de brand was bekend.
The cause of the fire was known.
God is de oorzaak van alle dingen.
God is the cause of all things.
De politie onderzoekt de oorzaak van het ongeval.
The police are investigating the cause of the accident.
We zullen eerst de oorzaak van de ramp vaststellen.
We will first ascertain the cause of the disaster.