Vertaling van op
Inhoud:
Nederlands
Engels
op, uitgeput, uitverkocht {bn.}
exhausted
used up
used up
op, opgemaakt, verbruikt {bn.}
used up
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Kop op!
Cheer up!
Schiet op!
Look sharp!
Sta op!
Stand up!
Schiet op!
Make haste.
Schiet op!
Hurry it up!
Ik ben op tijd op school gekomen.
I arrived at school on time.
Ze staat vroeg op.
She gets up early.
Zit je op Facebook?
Are you on Facebook?
Klim op de evenwichtsbalk.
Go onto the balance beam!
Dit slaat nergens op.
This doesn't make sense.
Alsjeblieft sta niet op.
Please don't get up.
Ik vertrouw op je.
I have confidence in you.
Ik stap op.
I resign.
De lucht klaarde op.
The sky has become clear.
Werk je op zondag?
Do you work on Sundays?