Vertaling van opbrengen

Inhoud:

Nederlands
Engels
aanbrengen, opbrengen, bedekken met {ww.}
to cover with
to apply 

ik zal opbrengen
jij zult opbrengen
hij/zij/het zal opbrengen

I will apply
you will apply
he/she/it will apply
» meer vervoegingen van to apply

geven, aangeven, opbrengen, toebrengen, toekennen, verlenen {ww.}
to give
to afford 
to yield 
to spare 
to allow 
to confer
to provide 
to impart
to grant 
to administer
to accord

ik zal opbrengen
jij zult opbrengen
hij/zij/het zal opbrengen

I will give
you will give
he/she/it will give
» meer vervoegingen van to give

"We geven geen kortingen," zei de vrouw streng, "ongeacht hoe klein. En wilt u nu alstublieft het pak uittrekken als u het zich niet kunt veroorloven?"
"We don't give discounts," the woman said sternly. "Regardless how small. Now, please take off the suit if you can't afford it."
Koeien geven melk.
Cows give milk.
afwerpen, opbrengen, opleveren, voortbrengen {ww.}
to produce 
to yield 
to bear 

ik zal opbrengen
jij zult opbrengen
hij/zij/het zal opbrengen

I will produce
you will produce
he/she/it will produce
» meer vervoegingen van to produce

aandoen, aantrekken, opleggen, opbrengen, aanbrengen {ww.}
to put on
to apply 

ik zal opbrengen
jij zult opbrengen
hij/zij/het zal opbrengen

I will apply
you will apply
he/she/it will apply
» meer vervoegingen van to apply

Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
What shall I put on: pants or a skirt?
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
What shall I put on: trousers or a skirt?
opbrengen {ww.}
to put on
to apply

ik zal opbrengen
jij zult opbrengen
hij/zij/het zal opbrengen

I will apply
you will apply
he/she/it will apply
» meer vervoegingen van to apply

opbrengen, afdragen {ww.}
to turn over
to reach
to pass on
to pass
to hand
to give

ik zal opbrengen
jij zult opbrengen
hij/zij/het zal opbrengen

I will reach
you will reach
he/she/it will reach
» meer vervoegingen van to reach

doen, opbrengen {ww.}
to make
to take in
to realize
to realise
to pull in
to gain
to earn
to clear
to bring in

ik zal opbrengen
jij zult opbrengen
hij/zij/het zal opbrengen

I will make
you will make
he/she/it will make
» meer vervoegingen van to make

We zouden iets dan dit gaan doen.
We should make something like that.
Je kan me niets laten doen dat ik niet wil doen.
You can't make me do anything I don't want to do.
inrekenen, opbrengen, pakken, aanhouden, oppakken, arresteren {ww.}
to nail
to pick up
to nab
to cop
to collar
to arrest
to apprehend

ik zal opbrengen
jij zult opbrengen
hij/zij/het zal opbrengen

I will nail
you will nail
he/she/it will nail
» meer vervoegingen van to nail