Vertaling van opgeblazen
Inhoud:
Nederlands
Engels
laten ontploffen, laten springen, opblazen {ww.}
to explode
to blow up
to blow up
ik heb opgeblazen
jij hebt opgeblazen
hij/zij/het heeft opgeblazen
I have exploded
you have exploded
he/she/it has exploded
» meer vervoegingen van to explode
verwaand, ingebeeld, kwasterig, kwastig, pedant, verwaten, waanwijs, zelfgenoegzaam, zelfingenomen, zelfvoldaan, opgeblazen {bn.}
opinionated
opinionative
self-opinionated
opinionative
self-opinionated
pafferig, opgeblazen {bn.}
intumescent
puffy
tumescent
tumid
turgid
puffy
tumescent
tumid
turgid
opblazen {ww.}
to inflate
to blow up
to blow up
ik heb opgeblazen
jij hebt opgeblazen
hij/zij/het heeft opgeblazen
I have inflated
you have inflated
he/she/it has inflated
» meer vervoegingen van to inflate
overdrijven, hyperboliseren, oppijpen, overtrekken, opkloppen, opblazen, kleuren {ww.}
to exaggerate
to overstate
to overdraw
to magnify
to hyperbolize
to hyperbolise
to amplify
to overstate
to overdraw
to magnify
to hyperbolize
to hyperbolise
to amplify
ik heb opgeblazen
jij hebt opgeblazen
hij/zij/het heeft opgeblazen
I have exaggerated
you have exaggerated
he/she/it has exaggerated
» meer vervoegingen van to exaggerate
Tom heeft de neiging te overdrijven.
Tom tends to exaggerate.
opblazen {ww.}
to inflate
to blow up
to expand
to amplify
to blow up
to expand
to amplify
ik heb opgeblazen
jij hebt opgeblazen
hij/zij/het heeft opgeblazen
I have inflated
you have inflated
he/she/it has inflated
» meer vervoegingen van to inflate