Vertaling van opgeschort
Inhoud:
Nederlands
Engels
opgeschort, verdaagd {bn.}
in abeyance
ik heb opgeschort
jij hebt opgeschort
hij/zij/het heeft opgeschort
I have postponed
you have postponed
he/she/it has postponed
» meer vervoegingen van to postpone
Ik zal mijn reis naar Schotland uitstellen tot het warmer is.
I will postpone my trip to Scotland until it is warmer.
opschorten {ww.}
to table
to set back
to shelve
to put over
to remit
to put off
to prorogue
to postpone
to hold over
to defer
to set back
to shelve
to put over
to remit
to put off
to prorogue
to postpone
to hold over
to defer
ik heb opgeschort
jij hebt opgeschort
hij/zij/het heeft opgeschort
I have tabled
you have tabled
he/she/it has tabled
» meer vervoegingen van to table