Vertaling van opruien
Inhoud:
Nederlands
Engels
agiteren, ophitsen, opruien, opstoken, opwinden, schudden {ww.}
ik zal opruien
jij zult opruien
hij/zij/het zal opruien
I will arouse
you will arouse
he/she/it will arouse
» meer vervoegingen van to arouse
opstoken, aanhitsen, aanstoken, ophitsen, opruien, opruiend, opzetten {ww.}
to stir up
to instigate
to set off
to incite
to instigate
to set off
to incite
ik zal opruien
jij zult opruien
hij/zij/het zal opruien
I will instigate
you will instigate
he/she/it will instigate
» meer vervoegingen van to instigate