Vertaling van opsmukken
Inhoud:
Nederlands
Engels
opsmukken, optooien, tooien, decoreren, opsieren, verfraaien, versieren, optuigen {ww.}
to ornament
to grace
to embellish
to decorate
to beautify
to adorn
to grace
to embellish
to decorate
to beautify
to adorn
ik zal opsmukken
jij zult opsmukken
hij/zij/het zal opsmukken
I will ornament
you will ornament
he/she/it will ornament
» meer vervoegingen van to ornament
opsmukken, opsieren, flatteren {ww.}
to prettify
to embellish
to fancify
to beautify
to embellish
to fancify
to beautify
ik zal opsmukken
jij zult opsmukken
hij/zij/het zal opsmukken
I will embellish
you will embellish
he/she/it will embellish
» meer vervoegingen van to embellish