Vertaling van opstappen
Inhoud:
Nederlands
Engels
ik zal opstappen
jij zult opstappen
hij/zij/het zal opstappen
I will start
you will start
he/she/it will start
» meer vervoegingen van to start
opstappen {ww.}
to pull in
to get in
to move in
to draw in
to get in
to move in
to draw in
opstappen {ww.}
to mount
to climb up
to go up
to climb
to climb up
to go up
to climb
ik zal opstappen
jij zult opstappen
hij/zij/het zal opstappen
I will mount
you will mount
he/she/it will mount
» meer vervoegingen van to mount
instappen, opstappen {ww.}
to pull in
to get in
to move in
to draw in
to get in
to move in
to draw in
afnokken, aftaaien, moven, nokken, opdonderen, opduvelen, opflikkeren, ophoepelen, opkramen, opkrassen, oplazeren, opmieteren, oprotten, oprukken, opsodemieteren, vertrekken, wegwezen, gaan, heengaan, weggaan, opstappen, opbreken {ww.}
to leave
to go forth
to go away
to go forth
to go away
ik zal opstappen
jij zult opstappen
hij/zij/het zal opstappen
I will leave
you will leave
he/she/it will leave
» meer vervoegingen van to leave
Laten we weggaan.
Let's leave.
We gaan morgen vertrekken.
We are going to leave tomorrow.