Vertaling van orakel

Inhoud:

Nederlands
Engels
orakel {zn.}
oracle
godsspraak, orakel, vraagbaak {zn.}
oracle
orakel [o] (het ~) {zn.}
oracle
vraagbaak [m] (de ~), orakel {zn.}
sensitive
spiritualist
medium
orakelen, profeteren, voorzeggen, voorspellen {ww.}
to prognosticate
to promise
to predict
to foretell
to forebode
to call
to anticipate

ik orakel

I prognosticate
» meer vervoegingen van to prognosticate



Gerelateerd aan orakel

godsspraak - vraagbaak - orakelen - profeteren - voorzeggen - voorspellenoord - persoon - annonceren