Vertaling van oude man
Voorbeelden in zinsverband
De oude man leeft alleen.
The old man lives by himself.
De oude man leeft alleen.
The old man lives alone.
Ik ben een oude man.
I'm an old man.
De oude man zag er wijs uit.
The old man looked wise.
De oude man viel op de grond.
The old man fell down on the ground.
"Een kat?" vroeg de oude man.
"A cat?" asked the old man.
De oude man is vorige week overleden.
The old man died last week.
De oude man leeft van zijn pensioen.
The old man lives on his pension.
Tom is gewoon een gekke oude man.
Tom is just a crazy old man.
De oude man vertelde de kinderen een amusant verhaal.
The old man told the children an amusing story.
Een oude man zat naast mij in de bus.
An old man sat next to me on the bus.
De oude man belaadde zijn muildier met zakken zand.
The old man loaded his mule with bags full of sand.
De oude man probeerde vijf kilometer te zwemmen.
The old man attempted to swim five kilometers.
De oude man werd overreden en onmiddellijk naar het ziekenhuis gebracht.
The old man was run over and immediately taken to hospital.
Het was beleefd van hem om zijn plek aan de oude man te geven.
It was civil of him to offer his seat to the old man.