Vertaling van ouder
Voorbeelden in zinsverband
Tom is ouder dan ik.
Tom is older than I.
Ik ben ouder dan je.
I'm older than you.
Ken is ouder dan Seiko.
Ken is older than Seiko.
Tom is veel ouder dan Mary.
Tom is much older than Mary.
Hij is drie jaar ouder dan ik.
He's three years older than I am.
Bill is twee jaar ouder dan ik.
Bill is two years older than I.
Hij is drie jaar ouder dan ik.
He's three years older than me.
Ze is twee jaar ouder dan jij.
She is two years older than you.
Mijn zus is ouder dan mijn broer.
My sister is older than my brother.
Mijn neef is iets ouder dan ik.
My cousin is a little older than I am.
Ze is zes jaar ouder dan ik.
She's six years older than me.
Ik ben ouder dan uw broer.
I'm older than your brother.
Ze is twee jaar ouder dan ik.
She's two years older than I am.
Hij is drie jaar ouder dan zij.
He's three years older than her.
Deze boek is ouder dan die ene.
This book is older than that one.