Vertaling van oudste

Inhoud:

Nederlands
Engels
oudste [m] (de ~) {zn.}
doyen
dean
eersteling [m] (de ~), oudste [m] (de ~) {zn.}
eldest
firstborn
Hij is de oudste.
He is the eldest.
Zijn oudere zuster is ouder dan mijn oudste broer.
His elder sister is older than my eldest brother.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Hij is de oudste.

He is the eldest.

Haar oudste dochter ging trouwen.

Her oldest daughter got married.

Trier is de oudste stad van Duitsland.

Trier is the oldest city in Germany.

Nijmegen is de oudste stad van Nederland.

Nijmegen is the oldest city in the Netherlands.

Ik ben de oudste van de drie.

I am the oldest of the three.

Hun oudste dochter is nog niet getrouwd.

Their oldest daughter isn't married yet.

Mijn jongste zus is lerares, mijn oudste dokter.

My youngest sister is a teacher, my oldest one, a medical doctor.

Zijn oudere zuster is ouder dan mijn oudste broer.

His elder sister is older than my eldest brother.

Zijn oudere zuster is ouder dan mijn oudste broer.

His older sister is older than my oldest brother.


Gerelateerd aan oudste

eerstelingpersoon