Vertaling van overleden
wij overleden
jullie overleden
zij overleden
we died
you died
they died
» meer vervoegingen van to die
to go
to perish
to pass away
to pass
to kick the bucket
to give-up the ghost
to cash in one's chips
to exit
to drop dead
to decease
to croak
to conk
to choke
to pop off
to expire
to snuff it
to buy the farm
Voorbeelden in zinsverband
Hij is gisteren overleden.
He passed away yesterday.
Hij is gisteren overleden.
He deceased yesterday.
Haar vader is overleden.
Her father died.
Hij is gisteren overleden.
He died yesterday.
De oude man is vorige week overleden.
The old man died last week.
Zijn vader is vorig jaar overleden.
His father passed away last year.
Zijn broer is afgelopen maand overleden.
His brother passed away last month.
Mijn oom is gisteren overleden aan maagkanker.
My uncle died of cancer of the stomach yesterday.
Zijn vader is vorig jaar overleden.
His father died last year.
Hij is drie jaar geleden overleden.
He died three years ago.
Haar moeder is vorig jaar overleden.
Her mother passed away last year.
Een vrouw wier echtgenote is overleden is een weduwe.
A woman whose husband has died is a widow.
Weet je dan niet dat hij twee jaar geleden overleden is?
Don't you know that he passed away two years ago?
Men zegt dat zijn vader overleden is in een vreemd land.
It is said that his father died in a foreign country.