Vertaling van pacht

Inhoud:

Nederlands
Engels
pacht, pachten {zn.}
farming lease
farm 
pacht [m] (de ~) {zn.}
lease
pacht [m] (de ~) {zn.}
tenancy
occupancy
in pacht hebben, pachten {ww.}
to lease
to take on lease
to farm 

ik pacht
jij pacht
hij/zij/het pacht

I lease
you lease
he/she/it leases
» meer vervoegingen van to lease

pachtgeld [o] (het ~), landhuur, pacht [m] (de ~), pachtsom {zn.}
rent
pachten {ww.}
to tenant

ik pacht
jij pacht
hij/zij/het pacht

I tenant
you tenant
he/she/it tenants
» meer vervoegingen van to tenant



Gerelateerd aan pacht

pachten - in pacht hebben - pachtgeld - landhuur - pachtsomhuurovereenkomst - termijn - bedrag - huren