Vertaling van papa

Inhoud:

Nederlands
Engels
pappie [m], pa [m], papa, pappa, vaartje {zn.}
dad 
pop 
daddy 
Wat doe je, papa?
What are you doing, Dad?
Papa, waar ga je heen?
Where are you going, Dad?
oudeheer, ouwe [m] (de ~), ouweheer, pa [m] (de ~), pap [m] (de ~), papa [m] (de ~), pappie [m] (de ~), paps [m] (de ~), pipa, vaderen, vake, vader [m] (de ~) {zn.}
father
male parent
begetter
Zijn vader is Japanner.
His father is Japanese.
Haar vader is Japanner.
Her father is Japanese.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Wat doe je, papa?

What are you doing, Dad?

Papa moedigt hem altijd aan.

Dad's always encouraging him.

Papa, waar ga je heen?

Where are you going, Dad?

Papa schilderde de muren wit.

Dad painted the walls white.

Papa heeft een fototoestel voor me gekocht.

Dad bought me a camera.

Dat is het gebouw waar papa werkt.

That's the building where Dad works.

Hij is drie jaar jonger dan papa.

He is three years younger than dad.


Gerelateerd aan papa

synoniemen

pappie - pa - pappa - vaartje - oudeheer - ouwe - ouweheer - pap - paps - pipa - vaderen - vake - vader

verwante termen

familielid