Vertaling van parallel

Inhoud:

Nederlands
Engels
breedtecirkel [m], parallel {zn.}
parallel 
De weg loopt parallel aan de rivier.
The road is parallel to the river.
evenwijdig, parallel {bn.}
parallel 
parallel [m] (de ~) {zn.}
parallel
parallel of latitude
line of latitude
latitude
parallel [m] (de ~) {zn.}
analogy
evenwijdig, parallel {bn.}
parallel
analogisch, commensurabel, concordant, conform, overeenkomstig, gelijkaardig, parallel, soortgelijk, vergelijkbaar, verwant, analoog, overeenkomend {bn.}
comparable
corresponding
like
breedtecirkel [m] (de ~), parallel [m] (de ~), parallelcirkel {zn.}
parallel
parallel of latitude
line of latitude
latitude


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

De weg loopt parallel aan de rivier.

The road is parallel to the river.

De weg loopt parallel aan de rivier.

The road parallels the river.