Vertaling van passen
wij passen
jullie passen
zij passen
we fit
you fit
they fit
» meer vervoegingen van to fit
wij passen
wij passen
jullie passen
zij passen
we fit
you fit
they fit
» meer vervoegingen van to fit
wij passen
jullie passen
zij passen
we fit
you fit
they fit
» meer vervoegingen van to fit
to befit
wij passen
jullie passen
zij passen
we befit
you befit
they befit
» meer vervoegingen van to befit
wij passen
jullie passen
zij passen
we match
you match
they match
» meer vervoegingen van to match
wij passen
jullie passen
zij passen
we attempt
you attempt
they attempt
» meer vervoegingen van to attempt
wij passen
jullie passen
zij passen
we fit
you fit
they fit
» meer vervoegingen van to fit
pass
toss
stride
tread
notch
pass
Voorbeelden in zinsverband
Tom wil dit passen.
Tom wants to try this on.
Deze schoenen passen niet.
These shoes don't fit my feet.
Mag ik deze jurk passen?
May I try on this dress?
Mag ik het eens passen?
May I try this on?
Ze passen perfect bij elkaar.
They fit each other so perfectly.
Mag ik het eens passen?
May I try it on?
Je schoenen passen niet bij dat pak.
Your shoes do not go with the suit.
Je schoenen passen niet bij dat pak.
Your shoes don't go with that outfit.
Ik zal op je kinderen passen vanavond.
I'll take care of your children tonight.
Die schoenen passen niet met het pak.
Those shoes do not go with the suit.
Zoudt ge even op mijn koffer willen passen?
Would you mind watching my suitcase for a minute?
Er passen krap vijftig mensen in deze zaal.
This room fits just under fifty people.
Het is moeilijk dit verhaal aan te passen voor kinderen.
It is hard to adapt this story for children.
Deze brillen passen me niet goed, ze zijn te groot.
These glasses do not fit me well. They are too large.
Ze vroeg me om op haar baby te passen tijdens haar afwezigheid.
She asked me to look after her baby in her absence.