Vertaling van patiënt
Inhoud:
Nederlands
Engels
De patiënt mocht uit bed.
The patient was allowed up.
De dokter schreef medicijnen voor voor de patiënt.
The doctor prescribed medicine for the patient.
Leg de zieke op zijn rug.
Put the patient on his back.
De patiënt zal vlug herstellen van zijn ziekte.
The patient will soon recover from his illness.
patiënt {zn.}
patient
Hoe weet je dat de patiënt de ziekte niet veinst?
How do you know that the patient is not feigning illness?
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
De patiënt mocht uit bed.
The patient was allowed up.
De patiënt zal vlug herstellen van zijn ziekte.
The patient will soon recover from his illness.
De dokter schreef medicijnen voor voor de patiënt.
The doctor prescribed medicine for the patient.
Hoe weet je dat de patiënt de ziekte niet veinst?
How do you know that the patient is not feigning illness?