Vertaling van pauper

Inhoud:

Nederlands
Engels
armoedzaaier [m], pauper {zn.}
poor man
pauper 
arme [m] (de ~), armoedzaaier [m] (de ~), have-not, have-nots, kaaljakker, minderbedeelde, misdeelde, niksnakker, pauper [m] (de ~), sjofelaar {bn.}
poor


Gerelateerd aan pauper

armoedzaaier - arme - have-not - have-nots - kaaljakker - minderbedeelde - misdeelde - niksnakker - sjofelaarpersoon