Vertaling van pech

Inhoud:

Nederlands

Engels

pech, panne, motorpech {zn.}

mechanical failure
breakdown

ongelukje [o], pech, tegenslag, tegenvaller, wanbof {zn.}

bad luck
misfortune
mischance

Hij schrijft zijn mislukkingen vaak toe aan pech.

He often attributes his failures to bad luck.

tegenspoed [m] (de ~), malheur [o] (het ~), pech [m] (de ~), tegenslag [m] (de ~), wanbof {zn.}

hard knocks
hardship
adversity

autopech [m] (de ~), motorpech [m] (de ~), pech [m] (de ~), panne [m] (de ~) {zn.}

collapse

Nederlands

Engels

Wat heb ik een pech!

I'm so unlucky!

Hij schrijft zijn mislukkingen vaak toe aan pech.

He often attributes his failures to bad luck.