Vertaling van perfect
Inhoud:
Nederlands
Engels
volmaakt, áf, geacheveerd, perfect, volkomen, af {bn.}
flawless
unflawed
unflawed
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Zijn Engels is perfect.
His English is perfect.
Niemand is perfect.
We all have our faults.
Niemand is perfect.
Nobody is perfect.
Jouw Engels is perfect.
Your English is flawless.
Hij spreekt perfect Russisch.
He speaks Russian perfectly.
Wie van ons is perfect?
Who among us is perfect?
Ze passen perfect bij elkaar.
They fit each other so perfectly.
Dat programma is verre van perfect.
That program is still far from perfect.
Ik kan perfect een kaart van Brazilië tekenen.
I can draw a map of Brazil perfectly.