Vertaling van persoonlijkheid
Inhoud:
Nederlands
Engels
persoonlijkheid {zn.}
personality
identiteit , eigenheid, individualiteit , personaliteit, persoonlijkheid {zn.}
personality
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Engels
Ze heeft een sterke persoonlijkheid.
She has a strong personality.
Zij is een vrouw met een sterke persoonlijkheid.
She's a woman of strong character.