Vertaling van peuter
Inhoud:
Nederlands
Engels
peuter {zn.}
pincer
claw
nipper
chela
claw
nipper
chela
ik peuter
I handle
» meer vervoegingen van to handle
oplawaai , aai, baffer, beuk, doodklap, dreun, hijs, kleun, lel , opdoffer , opdonder , oplazer, opsodemieter, opstopper , optater , peut, peuter, watjekouw , ram, poeier , hengst , loeier , opduvel {zn.}
wallop
peuren, pulken, punniken, peuteren {ww.}
to tweak
to pluck
to pull off
to pick off
to pluck
to pull off
to pick off
ik peuter
I tweak
» meer vervoegingen van to tweak
frunniken, friemelen, frommelen, frutselen, futselen, morrelen, peuteren, wriemelen {ww.}
to twiddle
to fiddle with
to fiddle with
ik peuter
I twiddle
» meer vervoegingen van to twiddle