Vertaling van piel
Inhoud:
Nederlands
Engels
piel {zn.}
duckling
penis , fluit , geslachtsdeel , joystick, leuter, lul , piel , piemel , pik , pisser, plasser , potlood, sannie, tamp, tampeloeres, lid , jongeheer , zwengel , snikkel {zn.}
member
penis
phallus
penis
phallus
De penis ging in de vagina.
The penis entered the vagina.
De penis is één van de mannelijke geslachtsorganen.
The penis is one of the male reproductive organs.
prutsen, aankloten, aanmodderen, aanrommelen, broddelen, flodderen, klungelen, knoeien, mieren, modderen, otteren, pielen, rommelen, wurmen, klooien, kloten, rotzooien {ww.}
to skimp
to scant
to scant